Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [33]Wat dan? [34]Hetgeen [35]Israel [36]zoekt, dat heeft het niet verkregen; maar [37]de uitverkorenen hebben het verkregen, en [38]de anderen zijn [39]verhard geworden. 33. Namelijk zullen wij zeggen? gelijk hfdst.6 vs.1, en hfdst.7 vs.7, en hfdst.8 vs.31. Dit is ene tegenwerping van iemand, die meent ongerijmd te zijn dat de Joden de gerechtigheid niet zouden verkrijgen, daar zij zozeer naar dezelve trachten. 34. Namelijk dit zullen wij zeggen. 35. Dat is, de Israelieten, dat is, de meeste hoop derzelve, die naar het vlees alleen Israelieten zijn; hfdst.9 vs.31; 2 Kor.11:22. 36. Dat is, dat hij tracht te verkrijgen door zijne werken, namelijk de gerechtigheid voor God en het eeuwige leven. 37. Grieks, de verkiezing heeft het verkregen; dat is, al de uitverkorenen onder de Israelieten, ten aanzien en omdat zij uit genade zijn uitverkoren. 38. Namelijk die niet verkoren en krachtig geroepen zijn. 39. Grieks, vereeld. Zie Mark.3:5.